In de reeks Archieven van verzet duiken we in het vaak onzichtbare maar belangrijke domein van alledaags gezondheidsactivisme. Onderzoeksstagiairs Dominique van Dongen en Hanna Blom onderzoeken dit type activisme met betrekking tot de overgang en transgenderzorg. Daarin komen verschillende vormen van activisme aan bod, zoals praatgroepen, brochures met informatie, en samenkomsten. Een van de voornaamste raakvlakken tussen de thema’s de overgang en transgenderzorg is de worsteling met biologisch determinisme: de opvatting dat menselijk gedrag en eigenschappen volledig worden bepaald door genetische factoren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het idee dat vrouwen van nature beter kunnen zorgen dan mannen.
In de reeks Archieven van verzet duiken we in het vaak onzichtbare maar belangrijke domein van alledaags gezondheidsactivisme. Onderzoeksstagiairs Dominique van Dongen en Hanna Blom onderzoeken dit type activisme met betrekking tot de overgang en transgenderzorg. Daarin komen verschillende vormen van activisme aan bod, zoals praatgroepen, brochures met informatie, en samenkomsten. Een van de voornaamste raakvlakken tussen de thema’s de overgang en transgenderzorg is de worsteling met biologisch determinisme: de opvatting dat menselijk gedrag en eigenschappen volledig worden bepaald door genetische factoren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het idee dat vrouwen van nature beter kunnen zorgen dan mannen.
Wat biologisch determinisme precies is, hoe dit naar voren komt in alledaags activisme voor gelijkwaardige zorg en de gevolgen voor gemarginaliseerde groepen, lees je in dit blog.
Wat is biologisch determinisme?
Een groot deel van hoe in de hedendaagse Westerse maatschappij gedacht wordt over gender, vindt zijn oorsprong in biologisch determinisme. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat een mannelijke of vrouwelijke identiteit door de natuur wordt bepaald en dat mannen en vrouwen van elkaar verschillen en zelfs tegenovergesteld zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het idee dat mannen van nature dominant zouden zijn en vrouwen onderdanig. De alledaagse activisten stellen te worden beperkt door zowel dit determinisme zelf als door de houding van de medische zorg én de maatschappij die voortkomen uit deze denkwijze.
Kritiek
Biologisch determinisme is ontstaan in de 19e eeuw en is sindsdien al veelvuldig wetenschappelijk ontkracht (Butler, 1990). Een van de eersten die biologisch determinisme bekritiseerde was filosoof Simone de Beauvoir. Zij stelde in 1949 dat vrouwelijkheid niet is aangeboren, maar tijdens de jeugd wordt aangeleerd (Beauvoir, 2000). Filosoof Judith Butler introduceerde een queer perspectief en stelde dat de mannelijke en vrouwelijke genderidentiteit als tegenpolen zijn geconstrueerd, omdat heteroseksualiteit in het Westen de norm is. Hen noemt dit de heteroseksuele matrix. Butler stelt dat je identiteit wordt bepaald door waar je je positioneert in deze matrix. Wanneer je bij de ene groep hoort, hoor je automatisch niet bij de andere groep. Genderidentiteit wordt dus niet alleen gevormd door wat of wie je bent, maar ook door wat je niet bent. Zo mogen mannen bijvoorbeeld wél stoer en sterk zijn, maar geen kwetsbare emoties tonen. Vrouwen mogen daarentegen wel empathisch zijn, maar geen woede uiten.
Beperkend hokjesdenken
In de geleefde ervaring van trans personen wordt de beknelling van deze denkwijze duidelijk. Binnen de medische transgenderzorg en de samenleving heerst tot op de dag van vandaag het idee dat je als trans persoon moet kiezen tussen het ene of het andere. Ruimte voor androgynie, non-binariteit, vrije genderexpressie of genderfluïditeit is er vaak niet. Zelfs binnen het transgenderactivisme van de jaren tachtig zelf, dat voor de tijdsgeest enorm progressief was, is deze beperkte ruimte terug te zien. Zo stelt de folder Man, Vrouw, Wat ben ik eigenlijk? uit 1987: “Transsexualiteit is een verschijnsel, waarbij iemand met de in- en uitwendige organen van het ene geslacht de overtuiging heeft te behoren tot het andere geslacht.”
Tot de jaren negentig werden trans personen pas als zodanig gezien als ze passabel (voor buitenstaanders uitziend als cis persoon van de geïdentificeerde gender) waren.
Biologisch determinisme en de overgang
Bij biologisch determinisme wordt vruchtbaarheid en moederschap centraal gesteld in het vrouw-zijn. En hoewel er door sommigen tijdelijk aan deze eisen voldaan kan worden, breekt er voor velen tussen de leeftijd van veertig en zestig het onontkoombare einde van beide factoren aan: kinderen gaan uit huis en de overgang klopt aan.
In de jaren zeventig kwamen vrouwen van middelbare leeftijd samen om hun wanhoop te bespreken, met betrekking tot de overgang, het lege nest, en wat die twee gebeurtenissen betekenden voor hun vrouw-zijn. Ze worstelden met vragen als:
Wat voor vrouw ben ik als ik me te lamlendig voel om voor het huis te zorgen?
Wat voor vrouw ben ik als mijn baarmoeder er bij een operatie is uitgehaald?
Wat voor vrouw ben ik als de dokter de overgang beschrijft als het uitdrogen en uitlopen van mijn lichaam?
In 1977 bracht de Vrouwenkrant een speciale editie uit over de overgang. In een artikel over wat de overgang betekent voor de maatschappelijke rol van de vrouw schrijft een anonieme redacteur: “Vrouw-zijn in onze samenleving betekent nog te vaak onderschikt zijn aan of afhankelijk van mannen. Vrouw-zijn betekent nog te vaak minder gewaardeerd worden, vrijwel geen eigen identiteit hebben: je bent de dochter van…de vrouw van… de moeder van… Op geen enkele leeftijd komt verlies van identeit zo duidelijk naar voren als in de overgangs-leeftijd. Dàt maakt de overgang zo dramaties!”
Verlies van vrouwelijkheid
Zowel door de overgang, de manier waarop de medische zorg daarop reageerde, als de onduidelijke rol die vrouwen in huis en het gezin vervulden voelden vrouwen een verlies van vrouwelijkheid. Hierover werd in de praatgroepen veel gefilosofeerd. De maatschappelijke mal waar een vrouw in hoorde te passen bleek slechts voor een meisje van in de twintig gemaakt te zijn. In de discussie over de gecompliceerde verhouding die vrouwen van middelbare leeftijd hadden met de maatschappelijke verwachtingen over vrouwelijkheid, werd het antwoord uiteindelijk gevonden in een nieuwe invulling van wat het betekent om een vrouw te zijn. Dat hield onder andere in: meer tijd maken voor zichzelf en eigen interesses buiten het huishouden, banden aan gaan met mensen buiten het gezin, en assertiever in het leven gaan staan.
Gevolgen biologisch determinisme
Biologisch determinisme benadeelt mensen dus op meerdere manieren. Het bepaalt hoe anderen kijken en wat hun verwachtingen zijn. Het idee van biologisch determinisme reduceert mensen tot niets anders dan lichamen en de lichamelijke functies die mensen wel of niet uit kunnen voeren.
De strijd tegen de grenzen die door de buitenwereld aan het lichaam worden opgelegd, wordt op verschillende fronten gevochten, waarvan alledaags activisme in transgender- en menopauzezorg er slechts twee van zijn. Andere belangrijke fronten zijn bijvoorbeeld (alledaags) activisme door mensen met een lichamelijke beperking, mensen van kleur en mensen binnen de lhbti+gemeenschap. Archiefonderzoek naar alledaags activisme kan laten zien hoe biologisch determinisme de emancipatie van deze groepen heeft belemmerd.





